Toespraak minister Gouke Moes

17 november 2025

[ het gesproken woord geldt]

Goedenavond aan iedereen die houdt van kunst, van dans en natuurlijk van Marco Gerris. Het is voor mij een grote eer om vanavond de Johannes Vermeerprijs uit te reiken. Dat is toch een beetje de Nederlandse Nobelprijs voor kunst en cultuur.
In een land dat zo rijk is aan artistiek talent, zijn er ook mensen die nog extra uitblinken. Door hun bijzondere gaven, maar vooral door wat zij met die gaven doen.

Beste Marco, de leden van de jury van de Johannes Vermeerprijs hebben in jou unaniem zo’n uitblinkende persoon herkend. Heel bijzonder dat de Johannes Vermeerprijs dit jaar voor het eerst naar iemand gaat die de artistieke taal van de dans niet alleen beheerst, maar met elke nieuwe productie verder verrijkt.

Met kunst en cultuur drukken we uit wie we zijn – als land, als gemeenschap en als individu. Dans is een van de vele uitdrukkingsvormen die de mens heeft ontwikkeld. Een taal met vele tongvallen en schakeringen. Dans kan soms uitdrukken wat ons met woorden niet lukt. Dat ervoer ook de dichter Jan Jacob Slauerhoff. Van 1930 tot 1935 was hij getrouwd – bepaald niet gelukkig overigens – met danseres Darja Collin. Tijdens hun huwelijk had zij een dansschool aan de overzijde van het Malieveld, als je vanaf het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kijkt.

Darja Collin werd een van de grondleggers van de Nederlandse moderne dans. In de vorige maand verschenen biografie, van de hand van Arend Hulshof, staat een mooie anekdote.
Na de Tweede Wereldoorlog gaf Collin leiding aan het ballet van de Nederlandse Opera. Ze repeteerde in de Stadsschouwburg van Amsterdam. Vaak stond er een iele jongen door een gat in de muur te gluren naar hoe zij haar dansers drilde. Die jongen was Hans van Manen, nu 93 jaar, en ook al zo’n vernieuwer van de dans.

De dichter Slauerhoff zag hoe zijn dansende echtgenote Darja Collin hem overtrof in het uitdrukken van emoties. Met één enkel gebaar bereikte zij wat hem in honderd woorden niet lukte. Hij schreef er een gedicht over:

Kon ik eenmaal toch jouw dans weergeven
In een van het woord bevrijd gedicht,
Eenmaal even vrij en lenig zweven
Als jij in de lucht en in het licht

Met je lichaam doet, dat toch niet even
Los van de aarde is als wat ik dicht,
Zich met moeite van den grond opricht,
Zwaarder dan mijn geest, en toch kan zweven.

Jij kunt met een wending, een gebaar
Woede, weemoed en geluk weergeven,
Waar ik honderd woorden over doe.

Denken is het lichtst, toch wordt het zwaar,
En de dans kan ’t lieve lichaam geven
Ziel en zaligheid, en nimmermoe.

Beste Marco,
Jij staat in een traditie van vernieuwers van de dans in Nederland. En je bent uniek in de manier waarop jij dat doet. Jij hebt eigentijdse kunstvormen als hiphopdans, freestyle en urban sports naar het theater gebracht. Zo overtuigde je steeds nieuwe groepen mensen van de uitdrukkingskracht van dans.

Marco, ik herken in jou een leraar. Laat me dat toelichten. Als docent Engels probeerde ik mijn leerlingen zowel de passieve als de actieve taalvaardigheden bij te brengen. Passief, dat gaat over luisteren en lezen. Actief, dat gaat over spreken en schrijven, je uitdrukken dus.

De passieve vaardigheden zijn meestal makkelijker om te leren dan de actieve. Oudere mensen die Engels hebben geleerd op school, kunnen meestal heel goed lezen en over het algemeen ook best goed luisteren. Maar als je ze vraagt om Engels te spreken, dan klinkt het als Louis van Gaal. Steenkolenengels, dat ze hakkelend en blozend uitbrengen. Jezelf uitdrukken is dus lastiger dan zien, horen of lezen hoe de ander dat doet.

Als docent Engels was ik erop gericht om de schaamtedrempel om je in het Engels uit te drukken te verlagen en het liefst zelfs te verwijderen. Daar heb je als docent allemaal trucjes voor. Jezelf een beetje belachelijk maken bijvoorbeeld werkt altijd. Je gaat dan samen met je leerlingen een proces door. En zo normaliseer je wat daarvoor nieuw, spannend en vreemd was.

Iets vergelijkbaars doe jij met dans, Marco. Je brengt mensen naar het theater en leert ze om jouw taal te verstaan. Ze zien dansers bewegingen maken die ze zelf niet voor elkaar zouden krijgen.
En uiteindelijk is er ook een aantal mensen dat het leuk gaat vinden om zélf op het podium te staan en zélf dans te laten zien. Daarvoor moet je ook een schaamtedrempel over. Ik in ieder geval wel.

In het juryrapport lees ik: “Dans kent geen taalbarrière”. Inderdaad, het maakt op het podium niet uit of je als danser Nederlands, Engels, Chinees of Swahili spreekt.
Maar dans als cultureel uitdrukkingsmiddel, als taal, kent naar mijn idee wel een barrière.

Marco, als pionier en inspirator van het danstheater in Nederland verlaag jij drempels. Jij maakt dans toegankelijk voor steeds nieuwe groepen. Je sluit aan bij de levende bewegingstaal van de straat. En zo verleg je de norm, maak je dans normaal. Eigenlijk zeg je: als je wilt, mag je komen kijken. En je mag ook – het hoeft niet – meedoen, en je hoeft je er niet voor te schamen.
Die uitnodiging doe je ook aan gevestigde makers en gezelschappen uit de wereld van de klassieke muziek en ballet. Jij, die freestyle skater uit het Vondelpark, hebt ook hún drempel verlegd en hun deur geopend naar bijvoorbeeld hiphop en skatecultuur.

Ik wens jou toe dat je in staat blijft om samen met anderen de gangbare codes te doorbreken. Om jezelf te vernieuwen, om de uitdrukkingskracht van de dans te vergroten. En om drempels te verlagen. Als ambassadeur, inspirator en docent van jouw dans.
Dank u wel.

  • Group 2 Copy Marco Gerris
  • Group 2 Copy Juryrapport
  • Group 2 Copy Laudatio
  • Group 2 Copy Toespraak
  • Group 2 Copy Biografie
  • Menu