Laudatio door Alida Dors

De Marco van die tijd?! De eerste ISH-wave?

Die Marco?

Die speelt en deelt en zint niet altijd eer hij begint,
soms zelfs een beetje wild,
een ziel die zich niet graag laat vangen in een keurslijf.

Gebaande paden trekken hem niet aan, hij wil veel liever gaan en staan waar hij voelt dat er wat te veranderen is, te veroveren is, er iets te maken valt, iets wat er nog niet is,
iets waar jij en ik ons nog geen voorstelling van kunnen maken, maar wat hij wel mist.

Aan lopen doet hij sowieso weinig,
het tempo trekt hem niet aan.
De buitenlucht wel, dicht te midden van het groen en het hoge licht, blauw of donker grauw.
Een aanloop nemen en dan…
even los van alles…
alles even bezien vanuit een ander perspectief,
zo nét boven het maaiveld uit en tussen de takken van de bomen en te midden van zoveel meer ruimte.
Daar waar het lichaam anders voelt, gewoon lichter,
alles even in perfecte harmonie.

En dan terug op de aarde, waar alleen Soniq sneller is dan hij.
Die dan daar weer snelheid maakt om ons weer te verlaten, voor korte duur, maar met hoge regelmaat.
Door de stad, volgend zijn hart, dat hard klopt voor het avontuur.
Geen gebaande paden, dat dunkt hem als een opgeklopte façade.

Zo, het is nu echt wel echt heel officieel. Marco Gerris… hmm Marco Gerris.

Started from the bodem, now you are here!
Ge-ar-ri-veerd!

Weet je Marco, we gaan een lange tijd terug. We hebben elkaar heel intensief meegemaakt, en zoals het leven gaat, elkaar ook tijden niet gesproken of gezien, maar altijd kruisen onze paden weer. Ook nu.

Als ik in tweede instantie terugkijk met de wetenschap van nu, als ik dan aan jou denk Marco:
dan zie ik een jonge man die vanuit liefde voor het leven het leven tot een avontuur heeft gemaakt. Zie ik een jongen die door te spelen herontdekte wie hij was.
Zie ik een jongen die zijn prettige, gekozen naïviteit verkoos als zijn compagnon op zijn reis.
Een jonge man die zijn alledaagse werkelijkheid bevriezen kon, dat kon zien als een bron, die hij vervolgens deconstrueren kon, dan met slijpen begon, het verrijken kon, en daarmee zichzelf bevrijden kon.

Een jonge man die niet geloofde in een eenling, één visionair, één leider,
maar geloofde in meerdere gelijkgestemden bij elkaar, met elkaar, door elkaar, voor elkaar.
Hooguit een gevaar voor eenieder die niet zo snel op skates voorbij zoefde door de straten van Amsterdam, het trainingsgebied van deze, zowaar, community.

Deze community, eentje die uit een intrinsieke behoefte ontsproot,
niet vanwege de populariteit van het woord, toen niet en nu nog steeds niet.
Deze community werd eerst een plek die aan velen vrijheid bood,
een plek van erkenning, een plek van samen groeien, met elkaars privéleven bemoeien, elkaar uitdagen, elkaars volgende stappen bevragen.
Je kon niet zomaar wat beweren, neeee, hier hebben velen van ons geleerd te debatteren.
Moves uit films van Bruce Lee of Dragon Ball Z, functioneren in een groep, alle uitdaging terzij… Wij bepaalden wat we wilden leren, wij waren vrij…

En die plek werd een beweging.
Een gezelschap, niet zomaar een gezelschap, een urban gezelschap! Een van de eerste, op geheel eigen wijze.

Urban: geen hiphop, geen skate, geen dans, geen tricking, geen ballet of teksttoneel, Spoken Word of operagezelschap. Nee, ISH-achtig, door jou omarmd als geuzennaam — niet de som van de gemene deler, maar een intersectie van all the above, de som van de vermenigvuldiging met de factor ISH!

En nu dit! Deze bijzondere prijs. Johannes Vermeer. Echte ge-ar-ri-veerd!

Sorry, had ik je eigenlijk al gefeliciteerd?
Nee, echt even serieus: gefeliciteerd!

Ik hoop dat deze prijs een bevestiging voor je mag zijn, dat wat je doet ge-zien wordt, dat het ertoe doet en dat het niet meer zal worden ont-zien.
Nooit meer kunnen worden ont-zien; dat je werk de afgelopen jaren niet voor slechts een kleine groep in onze samenleving waarde heeft,
maar dat er wordt ge-zien welke impact jouw praktijk al, ja, ik denk werkelijk, al generaties, oké vooruit: decennia, heeft op de ontwikkeling en verbeelding van jongere mensen. De jongeren van toen en nu.

Jongeren van toen, die nu hun plek in onze sector hebben gevonden en bijdragen aan een ander geluid, andere kennis, andere intelligentie en bewustzijn rondom bijvoorbeeld een stokpaardje als ‘kwaliteit’. En weer anderen die hun stem mede door de tijd bij ISH hebben gevonden en hun plek innemen in de samenleving. Al die levens die je hebt geraakt. Dát is wat ik vandaag hier kom vieren. Waar ik jou voor feliciteer: jouw impact, jouw legacy in de maak!

In ere van onze relatie zou het gek zijn als ik je alleen maar bejubel, niet omdat je dat niet verdient, maar dat doen al velen: jou bejubelen. En onze relatie is van een andere aard. Ik zou zeggen dat we nog altijd werken aan een respectvolle, eerlijke, opbouwende, playful, zelfs liefdevolle… op een professionele manier (just saying) relatie, en dat we op momenten zelfs tough love hebben gekend. In het kader van transparantie en vertrouwend op een gekke verbinding wil ik drie wensen met je delen.

Ik wens voor ons allen, maar vooral voor jou, dat je nooit lui wordt.
Oké, scherper nog: dat je je niet te ge-ar-ri-veerd gaat gedragen.

Dat is het lastige van prijzen, van erkenning, van applaus. Ze kunnen je bedwelmen, ze beschikken over een magische kracht.
Ze kunnen je een vertekend beeld van eigenwaarde geven.
Zo trekken ze je in het systeem waar je vroeger zo tegen schopte, remember!
Maar prijzen kunnen ook vleugels geven, optillen.
En dat is wat ik jou en ons toewens.

Nu met deze prijs weet je “zeker” dat je iets goed doet, dus nu: lossssssss!

Lieve Marco, als ik zeg: word niet lui, dan bedoel ik: je gaat vast 90 worden, dus je bent pas op de helft… oké, iets over de helft…
Maar word niet zoals wij hen (met ogen onopvallend wenkend naar de zaal) altijd zagen. Jij mag het anders doen. Jij mag jou blijven, dat is tenslotte waar je om gevierd wordt.
Je bent nu ge-ar-ri-veerd… maar waar ben je ge-ar-ri-veerd?

Ik zei ‘lui’, hè?! Maar bedoel misschien wel… ijdel…? Dat is een zonde. Daar heb ik je niet vaak op kunnen betrappen. Nee, ik bedoel: “te” tevreden. Dankbaar ja, maar niet te tevreden, als je begrijpt wat ik bedoel.

Kijk, ik snap dat je al vroeg, tegen wellicht wil en dank, tot voorbeeld/poster boy/leider bent gebombardeerd. Leven onder een vergrootglas.
Dat er gezegd wordt wat je niet bent en wat je vooral niet bent, kan ik me zo voorstellen…
Dat je nog meer voor het een of het ander had moeten doen, had moeten zijn of je over had moeten uitspreken, je anders had moeten bewegen, anders had moeten reageren, anders had moeten geven.

Ik hoor je.

Wellicht… wellicht… wellicht…

Uiteraard weten we dat het makkelijk roepen is vanaf de zijlijn, door degenen die niet in je schoenen staan.
Toch kan dat binnenkomen en doet het… misschien heel soms stiekem een heel klein beetje boel pijn.
En zijn er weinigen die je begrijpen, en dus daarom dat er nog minder…

Het zijn van een leider is op momenten ook eenzaam, kan ik me zo indenken.
Het lopen van je route is iets wat je voor een groot gedeelte van je reis alleen doet.
In je bed, kokend, korte momenten zoals die jongen van toen, zwevend, zoevend door de stad, zoekend naar je gelijk en gelijken, vechtend naar enige ruimte binnen het beleid, niet altijd bewust, je kan het niet laten, het niet helpen. Het gebeurt, omdat je weet hoe het voelt om vrij te zijn.

Als onderdeel van vrij zijn mag je soms best even lui zijn, en in het beste geval momenten van gewichtloosheid permitteren, althans zo herinner ik me die tijd. Maar we hadden ambities en dromen en werkten daaraan, vanuit de honger naar het leven.

Dus “té tevreden”?
Ik wens je tevredenheid toe, daar schuilt nog uitdaging in. Geniet van wat er is, maar gearriveerd: nee.

Ik zie in jou een kunstenaar, een vader, een broer, een vriend, pionier, innovator, een leider.
Leiderschap vraagt mijns inziens om het hebben van vertrouwen, om verrast te durven worden op momenten waarvan je denkt: nu is het toch echt over. Het is gedaan…

En dan blijken oude littekens opeens kieuwen te zijn,
en kun je ermee ademen en genereert het extra zuurstof voor dit deel van de reis.
Om die kieuwen te ontdekken moet je durven leven. Moet je durven te gaan, moet je durven los te laten, moet je durven te verliezen. Moet je durven te zijn, moet je durven… moet je durven te durven, dat moet je… verder niets. Ik geloof dat ik dit o.a. van jou heb geleerd. Daar ben ik dankbaar voor. Ik geef je dit terug.

Dat is dus mijn tweede wens.
Ik wens jou toe te blijven durven, juist nu. Nooit te vergeten dat je hier bent gekomen door durf.
Nu je wellicht zou kunnen denken dat niet meer nodig te hebben.

Omdat je ge-ar-ri-veerd bent, nogmaals: gefeliciteerd.

Maar dit, dit moment, deze viering, is slechts een prachtig tussenstation, zo zie ik.

Last but not least wens ik jou die reis toe die jij hier moet komen maken. Waarvan jij/jouw ziel alleen weet wat jij hier moet komen leren en waar die reis naartoe gaat.
Waarvan je een deel met ons mag delen en daardoor heel veel mensen, including myself, mag blijven inspireren.

Geniet van nu, en geniet van je reis, voor wat die ISH!

 

Alida Dors
2025

  • Group 2 Copy Marco Gerris
  • Group 2 Copy Juryrapport
  • Group 2 Copy Laudatio
  • Group 2 Copy Toespraak minister
  • Group 2 Copy Gesprek met Marco Gerris
  • Group 2 Copy Biografie
  • Menu