Toespraak staatssecretaris Halbe Zijlstra

Het is mij een eer om hier vanavond voor u te staan als staatssecretaris van cultuur. Na alle commotie van de afgelopen weken over het cultuurbeleid van dit kabinet, kan ik me voorstellen dat een aantal van u benieuwd zal zijn of ik iets meer ga zeggen over dit onderwerp. Maar vanavond staan we hier om een groot kunstenaar te eren met de Johannes Vermeerprijs. Ik vind het niet gepast om iets van de glans van die onderscheiding weg te halen door nu over overheidsfinanciën te gaan praten. Maar ik wil nu alvast helder stellen dat dit kabinet en deze staatssecretaris er niet op uit zijn om de culturele sector ‘te pakken’. Ik word zeer ongelukkig van uitdrukkingen als ‘kunst is een linkse hobby’. Kunst is namelijk van ons allemaal.

Over tot de orde van de dag. In ons land worden jaarlijks meer dan 700 kunst- en cultuurprijzen uitgereikt. Dat betekent dat bijna elke dag twee kunstenaars een geldbedrag, een oorkonde, een penning of een prijs in natura krijgen. Maar we hebben maar één Staatsprijs waarbij de minister de juryleden benoemt, de jury een laureaat voordraagt en de minister de prijs toekent: en dat is de Johannes Vermeerprijs. Dat onderstreept eens te meer het belang van deze prijs, die dit jaar is toegekend aan Alex van Warmerdam.

U begon met een eigenzinnige mengeling van popmuziek en theater. Een spontane vereniging van talenten in het collectief Hauser Orkater. Een vorm van muziektheater die het publiek direct aansprak. Eerst van liefhebbers, later ging het breder en ook over de grens. De Franse krant Le Monde sprak van ‘elf Buster Keatons op bezoek bij Becket’.

In 1986 maakte u de overstap van theater naar het witte doek. De Nederlandse filmwereld zat toen een beetje in het slop. Miljoenen Nederlanders gingen in de jaren zeventig naar de bioscoop, Turks Fruit en Soldaat van Oranje staan nog altijd in de toptien van best bezochte Nederlandse films ooit.

Midden jaren tachtig leek die tijd voorbij. Gingen in 1978 nog 25 miljoen Nederlanders naar de film, in 1985 was dat meer dan gehalveerd: 10 miljoen. De Nederlandse film stond bekend als saai en voorspelbaar. Juist in dat jaar verscheen Abel. Een eigenzinnige film die in ons land 400.000 bezoekers trok, en in het buitenland door kenners werd geprezen.

U was al langer van plan om een film te maken, zelf te schrijven en te regisseren. Met een succesvol team om u heen wist u van die droom een werkelijkheid te maken… en van de werkelijkheid een droom. Abel speelt in een jaren vijftig-achtige setting, en is surrealistisch in zijn details. Met Abel, die probeert vliegen in volle vlucht doormidden te knippen. Abel, die zijn vader het bloed onder de nagels vandaan treitert in sarrende dialogen. Met de bewoners van de stad die allemaal in een en hetzelfde type auto rijden. Met een stripteasetent die ‘Naakte meisjes’ heet. Een vervreemdende werkelijkheid.

Net als Vermeer schept u een eigen werkelijkheid, een eigen realisme. In De Noorderlingen heeft het straatje van Vermeer plaatsgemaakt voor een onaf straatje nieuwbouwhuizen. Met u als postbode Plagge, die in een bosje stiekem de brieven van de bewoners van dat straatje openstoomt om hun diepste geheimen te achterhalen.

Bij u zien we realisme met een Hollands decor: sloten, polders, kaarsrechte provinciale wegen. Met vaders met keurige scheidingen en moeders die het eten op tafel zetten. Naast oerhollandse dienstbare types als treinconducteurs, postbodes en obers zien we ook buitenstaanders die het burgerlijk bestaan ontwrichten. Die zorgen voor ongemak en onbehagen. Een Spaanse butler in Grimm, een exotische zwarte man in De Noorderlingen.

U bent een ijzersterk auteur. ‘Het liefst schrijf ik ruzies’, zei u eens. ‘Die hebben zo’n mooie melodie’. Maar u schakelt moeiteloos over van het ene naar het andere medium: van proza naar poëzie, van schilderij naar storyboard. Dat is wel zo gemakkelijk, want u weet precies hoe u het eruit wilt laten zien, het liefst deed u alles zelf.

De Vermeer Prijs staat open voor alle disciplines: van dans tot design, van mode tot muziek, van schilderen tot schrijven. Als er één kunstenaar is die recht doet aan al die Muzen, dan bent u het.

Uit tal van mogelijke kandidaten heeft de jury u gekozen. Ik ben als staatssecretaris heel blij met die keuze, en ik dank de jury voor zijn brede blik op cultuur en zijn oog voor kwaliteit.

De Johannes Vermeer Prijs is geen prijs voor jong talent. Je zou eerder kunnen spreken van een mid-career prijs. Een prijs voor een bijzonder talent, dat zich bewezen heeft. Maar ook een prijs voor een talent van wie we nog het een en ander verwachten. Zoals van Alex van Warmerdam.

Blijf ons verrassen met uw blik op onze Hollandse werkelijkheid. Blijf ons wakker houden. Blijf ons met andere ogen naar de werkelijkheid laten kijken.

Ik feliciteer u van harte met de Johannes Vermeer Prijs, en vraag u op het podium te komen.

  • Group 2 Copy Alex van Warmer­dam
  • Group 2 Copy Juryrapport
  • Group 2 Copy Toespraak staatssecretaris
  • Group 2 Copy Toespraak Alex van Warmerdam
  • Group 2 Copy Biografie
  • Group 2 Copy Publicatie
  • Menu